Hoe maak je ruimte voor de stem van de minderheid? Het is volstrekt menselijk dat mensen met een afwijkende mening zich niet uitspreken. Dit heeft alles te maken met de heersende cultuur en opvattingen (zie ook mijn blog over sociale rangorde). Hoe kun je dit dan toch stimuleren?
Eerst even begrijpen waar het vandaan komt. Er is namelijk een biologische oorzaak voor: niemand wil buiten de groep vallen. Waarom? Simpel gezegd vergroten we hiermee onze overlevingskansen. Klinkt heel basaal en primitief. Toch speelt dit gegeven altijd en onbewust een rol in ons gedrag. Het is dus menselijk om verschil lastig te vinden. Vaker kiezen mensen ervoor om verschil (en de confrontatie ermee) uit de weg te gaan en omringen zich liever met gelijkgestemden.
Met weet van deze onbewuste trekkracht dan wel vermijdingsdrang, dan nu het perspectief op organisaties. Waar macht, belangen, prestatieafspraken, persoonlijke voorkeuren en relaties, onderlinge loyaliteiten een rol spelen in de onderlinge verhoudingen. Een wirwar aan onzichtbare verbanden en verbindingen die van invloed zijn op wat we zeggen en doen. Of NIET zeggen of doen.
Waterlijn laten zakken
Om ruimte te maken voor de stem van de minderheid, is het van belang om signalen uit de onderstroom te leren herkennen, benoemen en bevragen. Wanneer je werkt volgens principes van de methode Deep Democracy geef je ruimte aan de onderstroom. De methode geeft als het ware tegengas aan de interne behoefte om verschil uit de weg te gaan. Wanneer je Deep Democracy toepast ga je juist actief op te zoek gaan naar het ‘andere geluid’. Het effect is dat de waterlijn zakt en zaken uit de onderstroom in het groepsbewuste komen. Er is meer nuance en minder zwart-wit. Hierdoor ontstaat er beweging waar eerder geen ruimte voor was.
Het valt en staat met een oprechte en nieuwsgierige uitnodiging voor het andere geluid en de bereidheid hiernaar te luisteren. Deep Democracy is niet een democratisch model overigens. Hoewel het een model is voor meerderheidsbesluitvorming biedt, is het goed mogelijk dat een leider na het aanhoren van alle perspectieven, een eigen besluit neemt. Met daarbij de vraag wat iemand nodig heeft om met het besluit mee te kunnen gaan. Kortom, het minderheidstandpunt wordt meegewogen in de besluitvorming en daarmee wordt steun verworven voor een besluit waarbij het potentieel van kennis en ervaring in de groep maximaal wordt benut.